DSC05723 websize

‘Mijn familie was verdrietig dat ik moest vluchten’

De maand juni staat in het teken van familie.

Tennis is bij uitstek een sport die je met de hele familie kunt beleven. Samen een balletje slaan, toptennis kijken, familieleden aanmoedigen of een toernooi bezoeken. Van opa en oma tot de kleinkinderen; iedereen doet mee.

Maar de harde werkelijkheid is ook dat sommigen noodgedwongen van hun familie zijn gescheiden. Op zoek naar een veiliger bestaan. Zo ook Ghalid Shuker (58), die in 2004 zijn vaderland Irak moest ontvluchten. Zijn tot dan toe goede leven in Bagdad werd door oorlog abrupt verstoord. Via Syrië, Jordanië, Turkije, Griekenland en Duitsland kwam hij in Ter Apel terecht. Na omzwerving binnen Nederland is hij nu gehuisvest in Den Haag, waar hij bij tennisclub De Delftse Tennisbond (DTB) een gewaardeerde kracht is.

Lees onder de video zijn indrukwekkende verhaal dat doorvlochten is met angst, hoop en dankbaarheid.

‘In Irak woedde een oorlog en was er overal chaos. Ik werd met de dood bedreigd omdat ik met de Amerikanen zou hebben samengewerkt. Ik had namelijk een goedlopend garagebedrijf met voornamelijk Amerikaanse auto’s. Eerst deed ik dat samen met mijn oom en later richtte ik mijn eigen bedrijf op, waar mijn broer en vader ook werkten. Zij zijn in 2004 door de gewapende milities gedood. Toen ben ik in mijn eentje naar Syrië en later Jordanië en Turkije gevlucht. Een aantal keer heb ik op het punt gestaan om terug naar huis te keren, maar mijn andere broer raadde dat af omdat het niet veilig was. Ik heb een grote familie achter moeten laten.’

‘Vanuit Turkije ben ik met een groep mensen door het bos naar Griekenland gelopen. Toen ben ik met een vals paspoort naar Duitsland gevlogen. Daar ben ik opgepakt. In Duitsland heb ik uitgelegd dat ik niet om economische redenen was gekomen, maar omdat mijn eigen land op zijn kop stond. Ik was veertig jaar toen de autoriteiten mij naar Ter Apel stuurden.’

‘Ik had toestemming gekregen om vijf jaar in Nederland te blijven. Die periode heb ik besteed aan het leren van de Nederlandse taal en diploma’s te halen, zodat ik aan het werk kon. Ik kreeg een huis toegewezen in Wieringerwaard. Dat was voor mij het paradijs. Het was er veilig met mooie natuur en mensen om mij heen.’

‘Na bijna drie jaar in dat kleine Noord-Hollandse dorpje wilde ik meer van Nederland zien. Ik wilde meedoen met de samenleving en de cultuur leren kennen. Toen ben ik naar Schagen gegaan. Daar had ik werk en heb ik veel geleerd. Maar in 2010 kreeg ik het slechte nieuws dat mijn verblijfsvergunning na vijf jaar niet werd verlengd. Irak zou veilig zijn geweest en daarom moest ik terug. Dat durfde ik niet, want mijn leven was nog steeds in gevaar en daarom heb ik acht jaar op straat geleefd. In Rotterdam en Den Haag heb ik destijds wel veel vrijwilligerswerk kunnen doen. Ik wilde Nederland namelijk iets teruggeven.’

(Tekst gaat verder onder de foto.)

‘Toen heb ik iemand van De Delftse Tennisbond ontmoet die mij werk als groundsman aanbood. Ik had een beetje ervaring, omdat ik in Egypte op een tennisclub had gewerkt. Ik vind tennis leuk en het werk ook. Helaas kwam toen corona, maar er was genoeg te doen buiten op het park. Ik voel me thuis bij De Delftse Tennisbond. Iedereen is sociaal en aardig. Het voelt niet altijd als werk. Ik maak dingen op het park mooier en daar wordt men blij van.’

‘Nederland is een net land met veel vrijheid en schoonheid. Al zijn er wat mij betreft veel te veel regels. Je moet echt geduld hebben, haha. De Nederlanders zijn lief, aardig en prachtig. Buitenlanders krijgen hulp en steun. De gemeenschap heeft mij helemaal omarmd. Al kijken Nederlanders wel eerst even de kat uit de boom. Door al mijn ervaring weet ik hoe ik met mensen moet omgaan. Sommigen willen nu eenmaal geen contact met mij. Dat is niet erg. Ik blijf voor iedereen respect houden.’

(Tekst gaat verder onder foto.)

‘Natuurlijk heb ik soms heimwee en mis ik mijn familie. De pijn die ik dan voel hoort bij mij. Die ontken ik niet en laat ik toe. Dat maakt wie ik ben. Mijn vijf zussen en zes broers heb ik noodgedwongen in Irak achtergelaten. Af en toe ga ik terug voor een familiebezoek. Mijn familieleden waren verdrietig dat ik moest vluchten, maar zijn blij dat ik nog leef.’

‘Ik wil echt iets van mijn leven maken. Als ik klaar ben met mijn werk blijf ik vaak op de club hangen om een biertje te drinken. Ik doe nu ook mee aan de laddercompetitie bij DTB. Dat is leuk. Plezier en gezelligheid staat voorop.’