Raymond Knaap begon in 2021 aan zijn tweede termijn bij de KNLTB. De voormalig coach van Robin Haase traint en begeleidt op het Nationaal Tennis Centrum groep 3 en 4 van het programma 5 Steps to the Top. De Amsterdammer eet, drinkt en ademt tennis. ‘Het beheerst een belangrijk deel van mijn leven. Als kind wilde ik al alles weten, zien en beleven.’
Knaap werkt met spelers die aan het einde van hun juniorentijd zitten of net de stap naar proftennis hebben gemaakt. Een belangrijke fase in het leven van een speler én mens. ‘Tennis staat ook een beetje synoniem voor het leven. Het gaat om incasseren, doorzettingsvermogen, beslissingen nemen, omgaan met druk en tegenslag. Al deze dingen komen ook in het leven voor. Een goede tennisopleiding maakt het gewone leven gemakkelijker. Voor mij draait het om pure zelfontplooiing. Je kunt alles zelf beslissen. Je kan alles doen zoals jij het wilt.’
Knaap (48) speelde in zijn jongere jaren zelf een seizoen fulltime tennis, maar zijn loopbaan kwam niet helemaal van de grond. De juiste begeleiding was destijds niet voorhanden, waardoor hij naar eigen zeggen geen idee had wat hij moest doen. In zijn huidige coaching werk pakt hij de zaken daarom heel anders aan. ‘Destijds was er veel minder kennis. Vooral op mentaal gebied. Als je ziet wat wij nu doen met de spelers is dat totaal anders. Wij nemen ze in alles mee en maken ze eigenaar van hun eigen proces. Dat was in mijn tijd niet aan de orde. Je kreeg gewoon aanwijzingen en die volgde je op.’

Talenten Joy de Zeeuw (18) en Britt du Pree (18) vallen nadrukkelijk onder de verantwoordelijkheid van Knaap, die na het wegvallen van Dennis Sporrel (nu coach van Tallon Griekspoor) daarnaast ook met spelers uit groep 4 werkt. Deze spelers staan aan het begin van hun profcarrière.
‘Het is natuurlijk hartstikke gaaf als er wordt gepresteerd, maar het is minstens zo mooi als je het gevoel hebt dat iemand zijn grenzen verlegt. Als er een bepaalde progressie wordt gemaakt, waardoor de potentie wordt vergroot. Dat er resultaten worden geboekt waar je vooraf misschien ook niet per se op had gerekend. Op deze leeftijd kun je echt werken vanuit een eigen persoonlijkheid en speltype.’
De overgang van junioren naar de profs is een grote stap. Niet alleen is het een andere wereld met wetten en regels, ook tijdens de wedstrijden wordt er iets anders gevraagd van de jonge spelers. ‘Als je bij de jeugd aan de winnende hand bent dan win je. Op de laagste toernooien van de proftour moet je de partij twee keer winnen. Dan moet je van iemand zijn spel A en B zien te winnen. Speel je vervolgens grotere toernooien dan moet je van iemand zijn A, B en C spel zien te winnen. Topspelers blijven je namelijk vragen stellen. “Heb je hier een antwoord op? Oke, dan probeer ik iets anders of gewoon nog een keer.” Ik heb het voordeel gehad dat ik met spelers als Robin Haase en Thiemo de Bakker heb mogen werken. Zij waren hier heel goed in. Anderen hebben misschien wat meer tijd nodig om zich aan te passen. Het is belangrijk dat onze talenten worden blootgesteld aan dit niveau.’
In de maatschappij is het steeds meer een thema dat de jeugd veel prestatiedruk ervaart. Sociale media spelen daarbij een grote rol. Mentale gezondheid is daarom een belangrijk aandachtspunt in de tienerjaren van de jongens en meisjes. Zo ook bij de talentvolle tennissers. Hoe kijkt Knaap, die ook een opleiding tot Lifecoach heeft gedaan, hiernaar?
‘Het verschilt enorm hoeveel druk iemand op zichzelf legt. Misschien speelt de druk van buitenaf nog wel het meest bij spelers onder de 14 jaar. Omdat hier de ouders nog nadrukkelijk betrokken zijn. Zij moeten dagelijks halen en brengen. En natuurlijk de kosten die erbij komen kijken. De oudere talenten waar we nu mee werken zitten nog enigszins in de luwte van Mees Röttgering en Thijs Boogaard, die een individuele situatie hebben. Zij zijn wereldtoppers en die zullen denk ik meer druk van buiten ervaren. Al kan ik natuurlijk niet voor hen spreken. De jongens en meiden die wij trainen willen we een kans geven, maar hebben niet het stempel dat ze het moeten gaan maken.’
Mentale vaardigheden zijn net zo belangrijk als technische vaardigheden. Waar vroeger extra hard werd getraind om die forehand te kunnen slaan, wordt er nu meer aandacht besteed waarom iemand die forehand onder druk niet kan slaan.
‘Als iemand mentale vaardigheden mist, is dat voor mij hetzelfde als dat technische vaardigheden ontbreken. Aan beiden moet je werken. Wij volgen de leerlijn prestatiegedrag die is opgesteld door het NOC*NSF. Het betreft 14 competenties waaronder reflecterend vermogen, zelfvertrouwen, communiceren en doelen stellen. We bieden ook ademhalingstraining aan. Hier is veel winst te halen, want om goed te blijven ademen tijdens de wedstrijd en op spannende momenten is een kunst. Valt dit weg dan gaat iemand knijpen in het racket en valt er heel veel meer weg.’

Er wordt dus door Knaap en zijn team hard gewerkt op het NTC aan de toekomst van het Nederlandse toptennis. Wie de opvolgers worden van top100-spelers Tallon Griekspoor, Botic van de Zandschulp, Jesper de Jong, Suzan Lamens en Arantxa Rus is niet te voorspellen, maar dat maakt de route van het opleidingstraject mooi en uitdagend. ‘We doen het samen. De spelers kunnen elkaar hier op het NTC opzoeken, voortduwen en meetrekken.’
De horizon ziet er fraai uit.