Jeugdtennis2020 15Tennis 042020

KNLTB treft voorbereidingen voor tennis en padel in de ‘anderhalvemetersamenleving’

In de anderhalvemetersamenleving kunnen tennis en padel, met de juiste voorzorgsmaatregelen, goed worden beoefend. Op afstand digitaal afhangen, op de baan afstand tot elkaar bewaren en een clubhuis dat vooralsnog gesloten blijft, tennis en padel zijn sporten met een relatief laag risicoprofiel. Want onze gezondheid blijft prioriteit nummer één. Nederlandse tennis- en padelverenigingen zijn bovendien goed georganiseerd, de juiste controle op naleving van de regels is mogelijk. Daarover is de KNLTB veelvuldig in gesprek met NOC*NSF, RIVM en de stakeholders in Den Haag. Protocollen worden uitgewerkt, voor het langzaam opschalen van jeugd, naar één op één tennis en padel voor volwassenen, trainingen en onderlinge wedstrijden. Hierbij zullen we verenigingen stap voor stap helpen met concrete toolkits.

Het Corona-virus onder controle krijgen en stap voor stap terugkeren naar de samenleving zoals wij die gewend zijn, is een kwestie van een lange adem. Premier Mark Rutte was daar duidelijk over. De volksgezondheid staat daarbij centraal, al het andere is momenteel van minder belang. Dat geldt onvoorwaardelijk voor de Nederlandse sport, vertegenwoordigd door NOC*NSF, en ook voor de KNLTB. “De gezondheid van ons allemaal is veruit het belangrijkst en besluitvorming vanuit de overheid en de richtlijnen van het RIVM zijn altijd leidend”, zegt Erik Poel, Algemeen directeur van de KNLTB. De bond wil echter wel dat de tennis- en padelsport in Nederland voorbereid is als er weer voorzichtig gestart kan worden. “Tennis en padel in de ‘anderhalvemetersamenleving’ zijn goed mogelijk en het is ook gezond, sporten en bewegen draagt bij aan de lichamelijke en geestelijke gesteldheid. We werken hard aan protocollen en praktische hulpmiddelen om te zorgen dat als er weer mogelijkheden zijn om de baan op te gaan, tennisverenigingen, spelers en leraren precies weten hoe ze dat moeten doen.”

Juist omdat er wat de KNLTB betreft geen twijfel mag bestaan over het feit dat alleen de gezondheid van ons allemaal en bescherming van kwetsbaren in onze samenleving van belang zijn bij bestrijding van het virus, heeft de tennisbond vanaf het begin van deze crisis de samenwerking gezocht met NOC*NSF, een aantal andere sportbonden en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Gezamenlijk wordt nu gewerkt aan een helder protocol om, binnen de richtlijnen van het RIVM, te komen tot een gefaseerde en gestructureerde ‘opening’ van de sport in Nederland. De overheid vraagt van alle sectoren in onze economie zo’n plan van aanpak voordat bedrijven en organisaties überhaupt kunnen denken aan het openen van de deuren.

KNLTB werkt aan protocollen en toolkits

Het protocol beoogt een gefaseerde opstart van de sport in Nederland, van beperkte mogelijkheden voor profsporters en jeugd om op locatie te trainen tot een volledige terugkeer van de verenigingssport en de daarbij horende competities en toernooien. Dit protocol vormt de basis voor protocollen en toolkits waar de KNLTB aan werkt om, eveneens gefaseerd, tennis in Nederland weer op te starten. De KNLTB realiseert zich dat wanneer een zekere versoepeling van maatregelen van de overheid het toelaat, tennis en padel evenals bijvoorbeeld golf sporten zijn die in basis in de zogenoemde anderhalvemetersamenleving veilig en verantwoord beoefend kunnen worden. “En als dat zo is, moeten we ook zorgen dat we het tennis en padel weer langzaam opstarten”, aldus Erik Poel. “Daar moeten wij ons als KNLTB voor inzetten. Uiteindelijk zijn wij er voor de ruim 1.600 tennis- en padelverenigingen in Nederland en zo’n 2000 gelicenseerde tennisleraren. Voor hen geldt ook dat onze gezondheid nu zonder meer topprioriteit heeft, alles wat ze doen moet veilig en verantwoord zijn. Maar ze vragen mij ook dagelijks wanneer ze weer kunnen beginnen. Kosten van verenigingen lopen nu eenmaal door en veel tennisleraren, zeker het grote aantal ZZP-ers, worden flink geraakt in hun inkomsten. En de vele tennis- en padelliefhebbers staan natuurlijk te popelen om weer de baan op te gaan.”  

Stap voor stap naar normaal

Maar hoe ziet dat er concreet dan precies uit, tennis en padel in de anderhalve-meter-samenleving als een versoepeling van de maatregelen het weer toelaat? De KNLTB werkt momenteel aan een plan om, parallel aan de gefaseerde versoepeling van maatregelen van de overheid, verenigingen en tennisleraren praktische handvatten te bieden en stap voor stap weer normaal te gaan functioneren. Een eerste scenario kan bijvoorbeeld zijn dat het clubhuis nog dicht blijft, jeugd één-op-één op een baan vrij kan spelen en een tennisleraar op een baan aan maximaal twee personen les geeft. Zeker met behulp van digitaal afhangen via de website of KNLTB ClubApp kunnen mensen op afstand een baan boeken, een uurtje spelen en vervolgens weer naar huis. In een tweede fase kunnen wellicht de parken en clubhuizen volledig open en kunnen er in iets grotere groepen lessen en activiteiten plaatsvinden. Zo wordt een zorgvuldig traject uitgestippeld om uiteindelijk uit te komen bij verenigingstennis zoals wij dat allemaal kennen. Die plannen worden overigens niet louter in de burelen van de KNLTB in Amstelveen gemaakt. Poel: “We hebben dagelijks nauw contact met onze verenigingen en leraren. Onze Accountmanagers bellen en videobellen veel met ze en zijn onderdeel van WhatsApp-groepen met verenigingen, ze weten wat de vragen en behoeften zijn. Onze scenario’s komen dan ook in nauw overleg met verenigingen en leraren tot stand.”

‘Ze staan er niet alleen voor’

Per fase zullen op en naast de baan duidelijke regels gelden ten aanzien van onder andere de onderlinge afstand, materiaalgebruik en hygiëne. De KNLTB beseft goed dat er hierdoor veel informatie op spelers, verenigingen en tennisleraren af zal komen en het lang niet altijd even makkelijk zal zijn om alle regels correct na te leven. De tennisbond gaat daar echter bij helpen. De genoemde specifieke toolkits voor verenigingen en tennisleraren geven onder meer inzicht in wat ‘1.5 meter Tennis’, precies inhoudt, wat in en bepaalde fase de richtlijnen voor de sport en van het RIVM zijn en hoe je alle informatie op de beste en meest effectieve manier communiceert naar leden, zodat iedereen het begrijpt en zich naar behoren gedraagt. “Het is voor iedereen nieuw en het zal voor verenigingen lang niet altijd makkelijk zijn, maar al die vrijwilligers op de verenigingen en de tennisleraren kunnen die verantwoordelijkheid aan. Bovendien bieden wij hulp waar we kunnen. Ze staan er dus absoluut niet alleen voor. Door nauw samen te werken, komen we op de beste manier uit deze crisis.”